Het regeerakkoord – veranderingen in belastingen en toeslagen

 

Een nieuw regeerakkoord betekent vaak een hoop veranderingen, nieuwe regeltjes en geschrapte maatregelen. Wij hebben op een rij gezet welke veranderingen de komende kabinetsperiode op stapel staan. Wat gaat er gebeuren op het gebied van belastingen en toeslagen?

Omzetbelasting

Het lage btw-tarief van 6% gaat omhoog naar 9%. Het hoge tarief van 21% verandert niet.

Aftrekposten

Vanaf 2020 verlaagt de regering het tarief waartegen aftrekposten aftrekbaar zijn, naar het basistarief van 36,93%. Dat gebeurt stapsgewijs. Dit geldt voor de hypotheekrenteaftrek, maar dus ook voor de zelfstandigenaftrek.

De fiscale aftrekpost voor scholingsuitgaven verdwijnt. Daarvoor in de plaats komen individuele leerrekeningen voor alle Nederlanders die een startkwalificatie hebben behaald. De multiplier in de giftenaftrek wordt structureel gemaakt en wordt verlengd tot 1 januari 2019.

De afschaffing van de aftrek voor onderhoud van monumentenpanden wordt afgeschaft per 1 januari 2019. Particuliere monumentenbezitters blijven financiële steun ontvangen. De regering trekt hier € 325 miljoen voor uit.

Veranderingen in de boxen

Box 1

AOW-gerechtigden betalen geen AOW-premie, waardoor voor deze groep drie schijven gaan bestaan. Over een gedeelte van de eerste schijf zijn zij namelijk geen AOW-premie verschuldigd. In 2021 wordt een tweeschijvenstelsel geïntroduceerd met een basistarief van 36,93% en een toptarief van 49,5%. Vanaf een inkomen van circa € 68.600 bereikt men het toptarief. Deze grens wordt gedurende de kabinetsperiode niet geïndexeerd.

Box 2

Het tarief in box 2 (inkomen uit aanmerkelijk belang) wordt in twee stappen verhoogd. In 2020 gaat het tarief omhoog van 25% naar 27,3%. Vanaf 2021 bedraagt het tarief 28,5%.

Box 3

Het heffingsvrije vermogen gaat omhoog naar € 30.000,- (€ 60.000,- voor partners). Er wordt (gemiddeld) sneller aangesloten bij het werkelijke rendement door voor het rendement over het spaargedeelte gebruik te maken van recentere cijfers. Voortaan kijkt men naar de gemiddelde spaarrente tussen juli (t-2) en juni (t-1). Tijdens de komende kabinetsperiode wordt een stelsel uitgewerkt van vermogensrendementsheffing op basis van het werkelijk behaalde rendement.

Heffingskorting

De algemene heffingskorting wordt verhoogd. In 2021 gaat de maximale heffingskorting circa € 350 omhoog. De jaarlijkse afbouw van de dubbele algemene heffingskorting in het referentieminimumloon voor de bijstand verlaagt van 5 procentpunt naar 3,75 procentpunt. Naast de beperking van de uitbetaling van de algemene heffingskorting, wordt ook de uitbetaling van de inkomensafhankelijke combinatiekorting en de arbeidskorting afgebouwd.

De arbeidskorting gaat voor bepaalde inkomens omhoog en de opbouw wijzigt. De maximale korting ligt circa € 365,- hoger. Wel wordt de arbeidskorting sneller afgebouwd; het afbouwpercentage stijgt naar 6%.

De opbouw van de inkomensafhankelijke combinatiekorting begint later en de vaste voet verdwijnt. Het opbouwpercentage gaat omhoog naar 11,45%, waardoor men sneller maximale korting bereikt.

De ouderenkorting stijgt met circa € 160 en wordt inkomensafhankelijk. Het afbouwpercentage is 15%. Voor ziektewetuitkeringen van uitkeringsgerechtigden zonder dienstverband wordt het recht op arbeidskorting en inkomensafhankelijke combinatiekorting afgeschaft.

 

Bent u benieuwd wat het nieuwe regeerakkoord specifiek voor ondernemers betekent? Hier vindt u een overzicht. Hier leest u meer over de gevolgen voor de arbeidsmarkt.

 

 

 

Auteur: Ilse van Oorschot Terug naar overzicht

Wilt u een kennismakings- gesprek inplannen?

contact